De flebotomist klinkt als de persoon die je liever niet ontmoet, en al zeker niet bij nacht en ontij. En toch is de kans groot dat je er al een hebt ontmoet. Flebotomie is de kunst van het aderlaten. Een techniek die tegenwoordig alleen nog wordt toegepast wanneer het echt nuttig is en niet, zoals weleer, om een al verzwakte zieke met pure onwetendheid in de armen van de dood te jagen.
Aderlaten was dus een koud kunstje. De grote moeilijkheid was lang dat bloed ook weer in een lichaam krijgen. Het rode vocht heeft immers de nuttige maar dan vervelende neiging om te stollen. Om te doorgronden hoe bloed vlotjes uit en in een lichaam vloeit, moet men eerst kennis hebben van de manier waarop het door ons lichaam circuleert.
De eerste die dat uitgebreid beschreef was William Harvey, de lijfarts van de Britse koning Charles I en een liefhebber van het scalpel. In de vroege 17de eeuw ontdekte hij, dankzij het opensnijden van dieren, dat het lichaam een circulatieplan met eenrichtingsverkeer heeft: het hart stuwt het bloed via de hartkamers naar de slagaderen, waarna het via de aderen terugstroomt. Harvey schreef zijn bevindingen neer in 1628, maar veel aftrek vonden zijn ideeën niet. Zijn vakgenoten meden hem voortaan als de pest – en die was in de 17de eeuw alomtegenwoordig – en het volk dacht dat hij zijn hoofd was kwijtgeraakt. Wel wist hij zijn werkgever Charles I te overleven, want die verloor in 1649 letterlijk zijn hoofd. Harvey overleed acht jaar later. Het zou nog even duren voor zijn ideeën algemeen aanvaard werden.
0 Comments
|
Archief
February 2023
Rubrieken |